Extra vakantiedagen, pensioensparen of een uitgebreider mobiliteitsbudget: een (semi-)gepersonaliseerd loonpakket, oftewel een cafetariaplan, biedt heel wat mogelijkheden. Uit onderzoek van rekruteringsspecialist Robert Half blijkt echter dat het cafetariaplan bij amper 7% van de Belgische bedienden een optie is. “Deze vorm van flexibiliteit aanbieden kan je als werkgever nochtans aantrekkelijker maken op de arbeidsmarkt”, aldus Jeroen Diels, director bij Robert Half.
Het cafetariaplan, waarbij je als werknemer de mogelijkheid hebt om een deel van je loon te flexibiliseren, is een belangrijke troef om werknemers een nog waardevoller loonpakket te bieden. Een werknemer kan kiezen voor de voordelen die beantwoorden aan individuele noden en wensen. Toch geeft slechts 7% van de Belgische bedienden aan dat ze het cafetariaplan als vorm van flexibiliteit aangeboden krijgen bij hun huidige werkgever.
Het cafetariaplan: een win-win
Meer inzetten op het cafetariaplan is ook voor werkgevers een interessante keuze. Zonder een verhoogde loonkost kan men (potentiële) werknemers inspraak geven in de invulling van het loonpakket. Ook geeft de persoonlijke invulling van de verloning vaak een groter gevoel van waardering wat zorgt voor tevreden personeel.
“We worden steeds kritischer wat betreft het loonpakket en nemen niet altijd zomaar genoegen met algemene loonvoordelen. Met het cafetariaplan kan je als werkgever de nodige flexibiliteit bieden zonder dat de loonkost de hoogte in gaat. Een win-win voor beide partijen. Het maakt een bedrijf daarnaast ook nog eens aantrekkelijker voor potentiële werknemers, want je kan hen een loonpakket op maat aanbieden”, zegt Jeroen Diels, director bij Robert Half. “Zeker binnen het huidige klimaat van de war for talent – die ook in 2022 fel zal blijven opspelen – is een flexibele verloning een grote troef.”
Werkgevers bieden wel andere vormen van flexibiliteit
Naast het cafetariaplan zijn er ook nog verschillende andere vormen van flexibiliteit die de Belgische werknemers aangeboden krijgen. Het vrij opnemen van verlofdagen (52%), glijdende werkuren (38%) en telewerk (35%) zijn hierbij de meest voorkomende. Uit het onderzoek blijkt ook duidelijk dat het wegvallen van deze flexibiliteit zijn gevolgen kan hebben. Zo geeft maar liefst 18,8% aan te overwegen van job te veranderen als ze verlofdagen niet vrij kunnen opnemen. Bij het wegvallen van de mogelijkheid tot telewerk zou 16% er over nadenken een andere job te zoeken.
“De mate van flexibiliteit en welke vorm die aanneemt is sterk afhankelijk van de job die je doet. Het is belangrijk dat de werkgever het personeel voldoende informeert over het beleid inzake flexibiliteit en de opties die er zijn. Dit geldt ook voor sollicitatiegesprekken met potentiële kandidaten. Zo kan je het maximale halen uit de mogelijkheden die er zijn”, besluit Jeroen Diels.
Over het onderzoek
Online-onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau iVOX in opdracht van Robert Half tussen 1 en 11 oktober 2021 bij 1000 Belgische bedienden representatief op taal, geslacht, leeftijd en diploma. De maximale foutenmarge bij 1000 Belgische bedienden bedraagt 3,02%.